U merkt lezer, dat ik deze zin in opperste wanhoop schrijf; het is hier niet te harden in het open veld. Ik ben het spuugzat, dat doodse vlakke land waarin alle vogels hun snavel houden omdat er niks te alarmeren of te lokken valt.
Ik ben strontziek van die tochtige wind, die maar blijft striemen op mijn schrale huid.
Laat de opwarming toch beginnen!
(klik op foto voor vergroting)
Het meer met daar achter het leegland
1 opmerking:
Ik leef met je mee. In de Indische buurt valt het ook niet mee, maar ik kan me voorstellen dat de wind nog onverdragelijker is als hij over de vlakke Friese velden giert.
Een reactie posten