Leg de lat zo hoog dat je er zonder problemen onder door kan lopen.
Metz de tegelzetter
Verwondering en schaamte, plaatsvervangend en zo vaak. In de stad en op het platteland. Met stukjes en beetjes tot ons genomen want het is gauw te veel. Voor u verzameld door Stephan Steinmetz en Freek Faber. Met ruimte voor gasten. Reacties? Bijdrage leveren? Mail naar steinmetz.stephan@gmail.com
Metz kijkt televisie
De voedselbank is geliefd, zeer geliefd. Het is het afgelopen jaar voedselbank voor en voedselbank na, het lijken de zeehondjes van Lenie 't Hart uit Pieterburen wel. Maar bij wie is die voedselbank nu precies zo geliefd? Wie hebben het meeste profijt bij het uitdelen van gratis voedselpakketten? De armen? Neen! Het zijn de gevers. Het zijn de gegoede, welwillende uitdelers die voedselbanken nodig hebben, met voorop in de stoet de politici die een volle onderbuik krijgen van het woord voedselbank alleen al. Ze willen kost wat kost goed doen. Dondert niet of het echt nodig is, logisch in elkaar steekt of enkel doelwit van wilde ganzen is: de voedselbank is heilig.
In Alphen aan den Rijn gaat het mis met het sprookje van de voedselbank. Wethouder Blom wil namelijk geld geven in plaats van voedsel, wat op zich merkwaardig is want voedsel, zeker gezond voedsel als snijbiet, wortel en selderij, kost hoegenaamd niks (wie de armen echt een plezier wil doen start vandaag nog een sigarettenbank, een drankbank mag ook, voor mijn part een gokbank of een oesterbank). Je zou verwachten dat de Alphense voedselbank hoera-roepend naar een volgende gemeente trekt om nóg een wethouder zo gek te krijgen, maar nee hoor, de voedselbank is boos. “De armen hebben ons hartstikke hard nodig” mekkert de Lenie 't Hart van Alphen. Ook de landelijke stichting van voedselbanken (verdomd, het bestaat) heeft twijfels: “Er zullen altijd mensen zijn die niet genoeg geld hebben om eten en drinken te kopen”. Stel je voor dat er geen armoe meer is. Waar moeten de voedselbankiers dan naar toe?
Metz leest de krant
Rellen zijn moeilijk te duiden. Op 30 april 1980 schuilde ik - in functie als verslaggever voor De Groene Amsterdammer- op het Rokin voor de traangaswolken die de politie over de vechtlustige krakers heen spoot. Met de handen voor het hoofd, blik naar beneden, las ik de kop van de krant waar ik bovenop bleek te staan, de extra eerste editie van Het Parool: "Kroning in rustig Amsterdam". Maar andersom kan ook. Kranten schreeuwen moord en brand en schrijven over rellen terwijl feitelijk, we wippen nu even terug naar 1998, twee jongens in het zwembad mot hebben met de badmeester.
Vandaag hield ik mijn hart vast: na een steekpartij ontstaan rellen tussen Surinamers en Marokkanen in de Indische Buurt. Als buurtbewoner was het mij ontgaan maar goed, de buurt is groot en ik woon aan de andere kant. Twee beelden stellen gerust. Het Parool weet het schuurtje bij het huisje te houden (bovenste afbeelding) en de Surinaamse overburen zaten, zoals altijd bij lekker weer, buiten en babbelen met hun Marokkaanse buurjongens wanneer die hun fietsen op slot zetten (onderste afbeelding, sorry voor de kwaliteit).
Metz in de buurt
Reclame is jokkebrokkerig. Om zich in te dekken tegen rechtszaken van bedrogen kopers, bedienen reclames zich – soms onder dwang - van een tweede stemmetje. “Ik lieg”, fluistert dat stemmetje in kleine lettertjes in het smalle waarheidsgedeelte van de advertentie. Het zijn de sideletters van Ahold, de bij de notaris gedeponeerde verklaringen van Eneco-medewerkers, de achter de rug gekruiste vingers van meisjes op het schoolplein. HP maakt het in de reclame op de achterkant van het Volkskrantmagazine van gisteren, nog een slag erger. Prijzen die niet worden verstrekt in het leugengedeelte van de advertentie, worden gebagatelliseerd in de kleine lettertjes. Afbeeldingen die het product niet herkenbaar in beeld brengen, worden bij voorbaat verloochend.
“Prijzen gelden alleen voor de beschreven specificaties, zijn verkoopadviesprijzen, zijn correct op het moment van publicatie, veranderen geregeld en kunnen zonder vooraankondiging worden gewijzigd. Het is mogelijk dat de gefotografeerde producten niet overeen komen met de omschrijving.”
Ik zeg niks, maar als ik wat zou zeggen, deugt het voor geen meter.
Metz leest de krant