25 juni 2007

De verwijtende pot

(bron: Bureau Berenschot, Rapportage vergelijkend overzoek overhead welzijnsinstellingen, mei 2006)



...de Volkskrant, zaterdag 16 juni...


Beetje flauw van de Volkskrant om die spelfout zo breed uit te serveren (maak gewoon een 'd' van die 't' en laat het gezeur over aan webloggers; ieder zijn rol zou ik zeggen) maar daar gaat het nu niet om. De stekel is het gemak waarmee de overheid, in dit geval minister Plasterk, moppert over de bureaucratische leemlagen in de gezondheidszorg, het welzijnswerk en - in dit geval - het onderwijs. Want waar zitten de dikste leemlagen? U raadt het al: bij de overheid zelf, de ministeries voorop. Bekijk de grafiek bovenaan goed (klik erop voor een vergroting) en houd gerust even een hand voor uw mond.
Hoe komt zo'n grafiek tot stand? Berenschot heeft bij ongeveer 750 organisaties die werken met geld van de overheid, onderzocht hoeveel mensen worden ingezet voor de overhead (directeuren, automatisering, personeelszaken, communicatie, schoonmaak, secretariaten) en hoeveel voor het werk zelf (verplegen, les geven, beleid maken, jongeren begeleiden). Je zou kunnen zeggen: de pot verwijt de ketel dat-ie zwart ziet maar dat doet geen recht aan de frisse kleur van de ketel. Plasterk (45% overhead) verwijt het basisonderwijs (het voortgezet onderwijs heeft 20% overhead, het basisonderwijs zit daar onder) dat er teveel overhead is. Gemeenten (37% overhead) kunnen er ook wat van: welzijnswerkers en zorginstellingen inwrijven dat ze te veel vet in hun organisatie hebben. Als luchtballonnen hangen de babbelambtenaren boven het werkveld; komen ze te laag dan kieperen ze gauw wat ongevraagde adviezen als ballast over de rand van hun mandje en weg zijn ze weer, hoog boven de meute zwevend, zich warmend aan hun weldadige overhead.

Metz leest de krant

Geen opmerkingen: