Jongeren, jongens vooral, willen voetballen. Daar heb je ruimte voor nodig. Die doelen regel je zelf met jassen, de exacte ligging van de zijlijn is aanleiding tot ruzie maar daar komen jongens uit. In de jaren zeventig woonde ik aan het Sumatraplantsoen in de Indische Buurt in Amsterdam-Oost. Een ruim plein, van steen, zonder obstakels, ideaal voor voetballende jongens. Toen, en nu nog steeds. De bovenste foto maakte ik in 1978 (links de overvolle Kartinischool, helemaal rechts de bakkerswinkel met op zaterdag het mooie meisje). In die tijd organiseerde de Courant het Nieuws van de Dag jaarlijks op dit plantsoen de eindronde van het Amsterdamse straatvoetbaltoernooi. Logisch, een ruim en verhard plein, dat is wat stadse jongens willen.
De andere foto is uit 1960 (foto van foto uit Gemeentearchief) en toont de uitnodigende leegte van het plantsoen, nu vanaf de andere kant bezien. Gisteren stond het Sumatraplantsoen weer in de krant: er zou een kunstgrasveld van de Johan Cruyff-foundation moeten komen. Voor de kinderen. Om te spelen. Want zonder een kunstgrasveld van de Johan Cruyff-foundation kunnen de kinderen niet spelen. Buiten. Op het Sumatraplantsoen.
Metz leest de krant
Geen opmerkingen:
Een reactie posten