Ik was, na jaren, weer's op een paardenmarkt en het was er als vanouds. De paarden stonden er weer mooi bij, zo met het haster vastgebonden aan een horizontaal geplaatste palen. De nekken van de Friezen waren fraai gebogen, de ruggen mooi gewelfd en de konten rond en hoog.
Er werd nog gehandeld en dat ging net zo als vijfenveertig jaar geleden, toen ik er ook op de neus bij stond: het handjeklap in verschillende gradaties van betekenis: snel en zacht als vraag en aanbod blijven steken, een forse klap als er een 'eindbod' wordt aangekondigd, een forsere van de tegenpartij als dit bod wordt afgewezen. En dan het toneelspel van weglopen en terugkomen, van de hoofden naar elkaar toebuigen en met langdurig in elkaars nek staan praten. Het eindspel van de onderhandeling is altijd onverwachts; opeens is de koop gesloten, er is geen finale paukenslag, maar een terloops klapje en dan lopen beide kooplieden meteen bij elkaar vandaan en de helper van de koper neemt het paard mee in de eigen paardentrailer. Er is nog geen cent betaald, geen rekening opgemaakt. Ik volgde een paar uur een Belgische handelaar, een jongen nog. Hij nam het voortdurend op tegen een routiné uit Friesland. Het leek er op dat die Belgische jongen steeds maar bot ving met zijn biedingen.Maar toen ik later langs zijn veewagen liep, stond die vol met acht Friese paarden en de Vlaamse jongen stond druk met z'n Italiaanse opdrachtgevers te oreren.
Uitbundig en zelfverzekerd.
freek
26 september 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten