04 februari 2009

Familieverhalen 15

Mijn grootvader van vaders kant had een Bismarcksnor, zo één met fiere punten. Ik was zijn naamgenoot en hij leerde mij zwemmen en vissen. Toen hij kanker kreeg, lag hij stil op een bed in de achterkamer.
Uitgeteld! Mijn opoe verzorgde hem.
Voor het eerst weer op bezoek, liep ik aarzelend naar hem toe. Ik was acht en zag tot mijn verbazing dat zijn snor naar beneden hing. Hij had een ander gezicht gekregen. Tien dagen later was hij dood. Hij heeft niks meer tegen mij gezegd. Geen 'dag grote visser'. of hé, kanjer van een zwemmer'.
Ik vind dat nog steeds jammer.


freek

Geen opmerkingen: