Toen ik kind was liep ik eind september met de alle andere dorpskinderen naar de Griene Dyk om te kijken of ze al kwamen. En als ze dan kwamen liepen we schreeuwend terug naar het dorp: 'de skippen komme, de skippen komme... .' Moeizaam voortbewogen door een opduwertje tegen de kont, liepen de tjalken binnen en meerden af bij De Syl. Op platte karren werden de planken, de klampen, de fraai beschilderde schotten, de bakjes, de houten paarden, het orgel, naar ons dorp vervoerd en alle kinderen duwden mee. In de Midstraat werd deze elementen binnen een dag getransformeerd tot een draaimolen, een zweef, een luchtschommel of een rups.
De kermis kon beginnen.
Gisteren voer ik met Bijke op de voorplecht van de ms Dikkop (13 pk) het dorp binnen en meerde af bij De Syl. De paardenmarkt liep door tot aan de kade en ik rook die delicate geur van paardenlijven en mest.
De kermis was verderop, zo te horen aan de discodreunen en het gieren van sirenes.
Ik heb even met Bijke over de kermis gelopen en ben toen weer vertrokken, het water op. Het leek wel eeuwen geleden, dat ik als jongetje verwachtingsvol de kermistjalken zag komen., maar het is maar ruim een halve eeuw terug in de tijd.
freek
25 september 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten