Een jonge hond ligt overal en nergens in huis en dat heb ik geweten. Toen ik met soepele tred de woonkamer betrad, een kop kofiie in de hand, kwam ik Bijke tegen. Ik had haar niet gezien en ik stapte op haar en hoorde een ijselijk hondengejank. In een reflex deed ik een pas zijwaarts, waarop opnieuw een gejank van pijn klonk en ik voorover viel, van schrik en in een poging om Bijke te ontzien. Ik schrijf dit chronologisch in enkele seconden op, maar de werkelijk deed zich voor in een 'spit second'. De gevolgen van mijn ontwijk-excercitie waren als volgt: met een daverende klap sloeg mijn hoofd dwars door de glazen salontafel en lag ik kreunend op de grond, vrouw in verbijstering toekijkend. Na verzorging en bewassing bleek de schade mee te vallen: een blauwe plek als een wijnvlek op het voorhoofd, op één van mijn armen de blauwe afdruk van de rand van de tafel en, wonderlijk, een opgezette en blauwe voetwreef.
En dan nog de psychologische schade aan Bijke, die de rest van de avond met de staart tussen de benen heeft gelopen.
freek
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten