14 januari 2007

Dag papa

De nieuwe trainer van de Nederlandse roeivrouwen is om verschillende redenen blij met het verzoek van de roeibond om de selectie voor te bereiden op de Olympische Spelen in Peking. "Vooral", zo vertelt hij met een gewone-meneren-stem tegen de verslaggever van Radio 1, "omdat ik twee weken geleden papa ben geworden". Dat mensen in huiselijke kring zichzelf of hun partner aanspreken met de brabbelnaam waarmee hun kinderen een deel van hun leven hun ouders aanspreken, soit. Zelf weten. Maar dat een groeiend aantal volwassen mensen in het openbaar of in het zakelijk verkeer, zichzelf mamma of papa noemen terwijl ze het NIET tegen hun eigen kroost hebben, wijst op een epidemische debilisering. Werknemers die vier dagen werken en de vijfde dag thuis zorgtaken vervullen, delen aan collega's mee dat ze morgen hun papadag hebben. Dat zeggen ze zonder met hun ogen te knipperen. PAPADAG! "Als ik premier wordt (sic) zal de papadag nauwelijks nog lukken", deelt Wouter Bos zorgelijk mee aan u en mij. Ik neem aan vanuit de hurken. Nog even en de controller moet een grote bah doen, de chef een pipi en minister Bos heeft geen centjes meer.

Metz luistert radio

Geen opmerkingen: