28 januari 2007
Te jong
Borden met aanwijzingen kunnen altijd rekenen op mijn speciale aandacht. In het Amsterdamse Oosterpark is gepoogd de houten agententaal vol gebiedende wijzen te vermijden. Dat is gelukt. Hier en daar wordt het toontje zelfs misplaatst joviaal: "En wat te denken van het slavernijmonument...". Ook wil het stadsdeel een beetje soepel doen met de dieren. Honden krijgen ruim baan. Als je volgens de " 'normale' regels de Uitwerpselen" maar opruimt, vindt de lokale overheid het goed. Mij allemaal best. Ik houd niet van honden. Maar wél van vissen. En vissen mag ik want ik heb een visakte, een visvergunning, een hengel, een net en een paspoort. Het liefste vis ik in het park, maar helaas, dat mag niet want ik hoor niet bij de vissersdoelgroep der 65-plussers of invaliden. Er is blijkbaar een grens aan de 'normale' regels. Wel honden, niet vissen.
Ik ontbeer een CJP, daar ben ik te oud voor en dat heb ik intussen verwerkt. Met het klimmen der jaren blijk ik nu te jong. Gelukkig trek ik een pietsie met mijn linkerbeen. Als de agent van de stadsdeelpolitie mij dreigt te verbaliseren omdat ik te jong zijnde op witvis jaag, zal ik triomfantelijk het podologenzooltje uit mijn schoen trekken en hem dit attribuut als bewijsstuk van mijn invaliditeit overhandigen. Misschien blaf ik er even bij.
Metz gaat vissen
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten