We waren gisteren in It Heidenskip, de omgeving die kleurrijk wordt geschilderd in het boek "De Oerpolder' van Hylke Speerstra (zie 'gedicht' 18-10). It Heidenskip is een lage polder net achter de 'zeedijk' bij Workum tot aan de boorden van de Fluessen. Het is leeg, laag land, waar stelpboerderijen als kathedralen uit oprijzen. De honden Djoeke (de onze) en Sally (Amsterdamse logee) vraten de modder van het asfalt en zigzagden door de bermen. In de lucht zeilden machtige wolkenpartijen. Er woei een frisse wind. Een vlucht ganzen kwam gakkend over. Verder gebeurde er eigenlijk niets. Pas toen we langs een boerderij liepen, zagen we een boer die zijn beesten voerde. Speerstra beschrijft in docudrama-stijl de geschiedenis van deze polder: de 'rise and fall' van boerengeslachten, de trek van Duitse seizoenmaaiers uit Westfalen en de zoektocht van arme sloebers uit het arme zanderige Gaasterland, die hier op twaalfjarige leeftijd naar toe liepen om een baantje als derde knecht of meid te veroveren. Eén van de respondenten van de schrijver meldt, dat haar beppe (oma) als jong meisje en meid de koeien moest melken en zo ging zitten, dat zij heel in de verte, over de Fluessen, de bossen van haar Gaasterland kon zien. Als ik zoiets lees, houd ik het niet meer droog.
freek voor sentiment
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten