Mijn vroegste Olympische herinneringen zijn van 1964.
Tokyo. Dat lag toen ook al aan de andere kant van de wereld. 's Nachts om 4 uur ging bij mijn broer de wekker. Hij sloop dan naar beneden, ik volgde op kousevoeten, wij nestelden ons bij de radio en hoorden live dat Anton Geesink de gedoodverfde titelkandidaat Kamagurka met een houdgreep vloerde. Een gebeurtenis waar toentertijd de moord op John F. Kennedy bij verbleekte. In het spel van broers was ik nog weken lang Kamagurka, die op de gang voor mijn vaders kantoor keer op keer door broer Geesink in de fatale houdgreep werd genomen. Maar hoe Nederland die Spelen scoorde in het medailleklassement, daar hadden we het niet over.
Mexico 1968 met Ada Kok, geen ranglijst van welk-land-de-meeste-heeft te bekennen. München 1972 evenmin. 1976, was dat Montreal? Moskou, daarna Los Angeles in 1984. Misschien is toen de Olympische traditie aangetast door de medaillespiegel. Het waren in ieder geval de eerste Spelen waar na afloop over "winst" werd gesproken. Of was het "verlies"?
Ik vermoed dat eerdaags de Nederlandse sportverslaggeving de Spelen in Peking als mislukt zal verklaren omdat Nederland niet in de top 10 van het medailleklassement eindigt.
Wat was ook alweer het adagium van die baron De Coubertin?
Metz in Peking
15 augustus 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten