13 mei 2008

Leve de natuur 44

Het was half negen in de avond. De zon zakte vurig weg achter het lege land tussen Teroele en Woudsend. De ms Dikkop tufte met de vaste bemanning langs de rietkragen van de Koevorde.

Er stond een dode wilg in het riet. De takken staken als een beeld van Zadkine in de lucht. Toen zag en hoorde ik de vogel plotseling; op tien meter afstand. Hij zat onbeschut op een dode tak van de wilg en zong z'n ééntonige zang: Koekoek, koekoek. Ik had'm vaak gehoord, maar nooit gezien en nu toonde hij zich bruinrood in de gloed van de avondzon. Mijn vrouw imiteerde zijn roep en de vogel antwoordde: koekoek. Toen vloog hij op en ons voorbij naar een volgende boom. Daar zat hij tussen de bladeren, maar hij riep ons wel. Toen we ten tweede male langsvoeren vloog de koekoek opnieuw op en verdween achter onze horizon; de vergetelheid in. Een derde keer roepen zat er niet in, want de koekoek is geen haan en ik ben Petrus niet.

freek

Geen opmerkingen: