Berend en ik waren bezig met 't Heerlijk Zitje' (volgende week een foto) te herstapelen, toen Johan er bij kwam met een verzoek of we hem wilden helpen met het drijven van z'n schapen naar de scheerplek, waar Joop de schapenscheerder ze zou 'knippen en scheren'. Johan heeft schapen van een Frans ras, dat alleen voorkomt op een Frans eiland ergens voor een Franse kust. Die schapen zijn kleiner dan een Tesselaar, maar watervlug en het was Johan en z'n vrouw niet gelukt ze bijeen te drijven. We hebben dus de stenen in de steek gelaten om opschaapjes te gaan jagen.
Het mislukte twee keer om ze als kleine kudde te verplaatsen, omdat er toch net één weer ontsnapte, door met een kamikazeactie door onze linies te breken. Daarom hebben we elk schaap bij kop en kont gepakt en persoonlijk afgeleverd bij de scheersalon. Daar gleed de tondeuze van Joop soepel door de wol. De stapelaars maakten zich nuttig door kop en poten te klemmen. Berend kreeg nog een vinger in de tanden van de tondeuze, maar dat gaf niet zei Berend want vette wol zuivert en stelpt het bloeden.
Na drie kwartier zat de wol in vuilniszakken en wij aan de koffie.
Van stapelen kwam niks meer.
freek
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten