Zaaf

Onlangs fietste ik 's avonds van de Indische Buurt naar het Olympisch Stadion. Het was te warm voor een jas, de wind was gaan liggen en de grote lage zon deed zijn best. Het weertype waaronder zelfs de grootste chagrijn een aangenaam gevoel niet kan onderdrukken. Op de Molukkenstraat werd ik op het fietspad ingehaald door een scooter waarop twee mooie mediterrane meiden zaten. Zij remden, trokken op, lieten het schorre toetertje van hun scooter horen, en remden weer af. Zo hielden ze hun vriendinnen bij, die op net zo'n scooter midden op de weg reden en dat was nodig omdat ze veel naar elkaar moesten roepen. De lange haren los, zonnebrillen op het voorhoofd geklemd, mijn gedachten gingen uit naar Rome. Ik ben daar nog nooit geweest, maar toch.
Op de hoek van de Sumatrastraat parkeerde een rode Canta LX half op het fietspad. Traag ging de deur open, de scooter met de meiden zwiepte er - uch uch deed de toeter - links langs, ik week uit naar rechts en zag hoe heel langzaam een oude bebrilde Marokkaan in een beige djelleba, steun zoekend bij een houten stok, uit het wagentje omhoog kwam. Op dat moment voegde van rechts een jong mediterraan gastje, ik schat een jaar of tien, op het fietspad in. Zijn fiets was veel te groot, vermoedelijk de leerfiets van zijn moeder. Staand op de pedalen probeerde hij slingerend vaart te maken. Ik haalde hem in maar als ik naast hem fiets heeft hij me in de smiezen en doet wat gastjes van tien horen te doen: je niet laten inhalen. Op de brug bij de Valentijnkade is hij het eerste boven en laat zich naar rechts uitrollen. De meiden op de scooters crossen zigzaggend rechtdoor, nu allebei op de rijweg. Voor de tweede maal haal ik de jonge Zaaf in. Hij twijfelt of hij nu weer moet versnellen; we naderen de rand van zijn territorium. Ik geef hem een vette knipoog en fiets alleen verder, onder het spoor door de Watergraafsmeer in. De Ringdijk af. De Berlagebrug over dwars door Zuid, bij Du Midi links af de mooie kades volgend tot het Stadion. De stad was stil. Op de Vrijheidslaan werd ik nog ingehaald door een volwassen man op een racefiets. Toen heb ik even aangezet.

Metz in de stad