Er is een grens. Toen Sven Kockelmann gisteren op Radio 1 een interview aankondigde met de Amsterdamse wethouder Lodewijk Asscher, en daarbij alvast onthulde dat de wethouder korte metten wil maken met "falende" welzijnsinstellingen die er niet in slagen probleemgezinnen te veranderen in prachtgezinnen, een wethouder die een "offensief" ontketent tegen "de welzijnsindustrie" en ze op resultaten zal afrekenen waarbij kortingen niet geschuwd zullen worden (even terzijde: de politie slaagt er maar niet in de criminaliteit op te lossen. Ik zou zeggen: korten!), draaide ik de knop om. Ik zat vol. Eerder had de Volkskrant al meerdere malen aandacht besteed aan de overlast die een moeder met tien kinderen in Amsterdam Slotervaart bezorgt aan de buren, waarbij de zorgverlenende instellingen als subsidieschrapers tot hoofdschuldigen werden aangewezen. Ook had Het Parool al enkele malen geschreven over Asschers kruistocht tegen alles wat zorg en welzijn heet en subsidie krijgt (korten!). En dan nu die krijgstaal op de radio, bij Dingen Die Gebeuren. Uit dat ding.
Maar ja, al heb je je kop nog zo diep in het zand gestoken, je blijft je toch afvragen waarom je de radio hebt uitgedaan. Met een beetje wroeging bovendien, want wie niet luistert verliest zijn spreekrecht.
Waartoe dient een voorbeeld? Een voorbeeld heeft als functie om door één praktijkverhaal te vertellen, helder te maken wat op ongeveer gelijke wijze op vele andere plaatsen gebeurt. Een voorbeeld staat dus voor een trend. Pars pro toto. Je kunt 23 praktijkverhalen vertellen, je bent sneller klaar wanneer je er één doorsneeverhaaltje uitpikt zodat de lezer begrijpt wat overal zo ongeveer aan de hand is. Zo hoort het ook te gaan in de journalistiek en in de politiek. Maar zo gaat het niet meer. Vandaag de dag is een voorbeeld een smakelijke misstand die stiekem extra gewicht krijgt omdat hij als pars pro toto wordt geserveerd. De afwijking wordt de regel. Neem nu dat eenoudergezin met tien kinderen in Amsterdam Slotervaart. Je zal er maar naast wonen. Herrie, stelen, bedreigen. Die kinderen groeien op voor galg en rad. Al sinds Arie Keppler buigen Amsterdamse politici zich over de vraag wat te doen met mensen die er een puinhoop van maken. De afgelopen honderd jaar heeft de Amsterdamse politiek daar geen 100% oplossing voor gevonden. Kan ook niet. Wel hebben corporaties, zorginstellingen, politie, GGD en welzijnswerk er samen voor gezorgd dat het vóórkomen van dergelijke misstanden geminimaliseerd is. Maar ja, daar in Slotervaart zitten toch echt die tien kinderen heel hard niet te deugen. Inderdaad. Geen 100%. Nog niet in honderd jaar. Nu is op bestelling van de stadsdeelvoorzitter, de burgemeester en de wethouders, ene Erik Gerritsen (een ambtenaar die is vrijgesteld om zijn eigen baan bij elkaar te verzinnen voor een vergoeding van net onder de Balkenendenorm - wat hééft die man? Of moet ik zeggen: wat wéét die man?) gevraagd om naar aanleiding van dit ene geval, dit voorbeeld als het ware, de verlening van zorg en hulp te reorganiseren. Offensief. Korte metten. Zijn conclusie: zorgverleners gaan te veel uit van hun eigen taak en te weinig van "het gezin". Maar wat is "het gezin"? Misschien is het wel een zegen dat er nu hulpverleners over de vloer komen die zich helemaal richten op het belang van sommigen van die kinderen. Zij proberen als het ware die paar kinderen te redden. Daar zijn de buren niet mee gebaat, inderdaad, maar ik neem ook niet aan dat de buren een Welkom Thuis-bord op de portiekdeur zullen spijkeren wanneer een bijpassende vader aan "het gezin" wordt toegevoegd. Verhuizen dan, maar waar naar toe? Naar de volgende buren? Opsluiten? Korten?
Conclusie: het voorbeeld is geen goed voorbeeld. Het geeft de trend niet aan en bovendien is het probleem van de grote asogezinnen honderd keer zo complex als Asscher en Gerritsen suggereren.
Metz luistert (geen) radio
Geen opmerkingen:
Een reactie posten