Vandaag begint in deze contreien het skutsjesilen. Dit is een opgepoetste traditie waarbij ijzeren tjalken voor de eer van hun dorp of stad strijden. Volgens de gewoonte zeilen de schepen elke dag op een andere plaats in dit gewest. Er is een vaste vloot van skutsjevolgers; veelal jongelui op schepen die herkenbaar zijn aan de stapels bierkratten op het achterdek. Schipper op een skutsje word je niet zo maar. Je moet afstammen in mannelijke of vrouwelijke lijn van een echte skutsjeschipper en je moet de taal van dit gewest machtig zijn. Ik voldoe trouwens aan beide criteria. Mijn beppe (oma) is in 1872 met hulp van de vrouw van de sluiswachter in Appelscha geboren, in het roefje van het skutsje van haar vader. Dat lag daar ingevroren in het ijs. De man was met zwangere vrouw en een lading terpaarde zeilend en jagend op weg van Friesland naar Drenthe toen de winter hem overviel. Om van veel gesodemieter af te zijn heeft hij pas na enkele weken toen hij weer terug was in zijn thuishaven Tjerwerd, zijn dochter aangegeven bij de burgelijke stand.
Mijn beppe was dus altijd wat ouder dan ze was. Maar goed, ik kan dus schipper worden.
Freek voor skutsjesilen
21 juli 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten