Het was in de namiddag. Achter ons ging de zon onder in de opkomende zeedampen laag aan de horizon. Vanaf een klein vletje, dat het kanaal overstak en daarna tussen het riet verdween, kraakten schoten hagel. Ze kwamen uit het zuiden aanvliegen, laag en traag als een eskader bommenwerpers voor de aanval: twaalf zwanen. Met een brede zoevende vleugelslag vlogen ze recht op ons af. Op twintig meter van ons vandaan, zwenkten ze af en maakten ze een kleine koerswijziging. Mensen zijn niet te vertrouwen. Ze gingen nu ook hoogte maken. We keken ze na; twaalf gracieuze silhouetten tegen een roodgele horizon, als in een japanse prent. We waren er stil van. Zelfs Djoeke blafte niet.
freek
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten