Honden waren onze buren. Twee bouviers op twee hoog, die gelukkig enkele weken na onze entree op drie hoog, mét baas, vrouw en krijsende kinderen de Indische Buurt verlieten richting Purmerend. Eén hond kwam er voor terug. De herder van Anita, een jonge slanke vrouw die het ouderlijk huis op de Soerabajastraat uitvloog naar een driekamerwoning om de hoek, en haar vriend Pé, afkomstig uit de Transvaalbuurt. Pé had de bouw van Jerommeke en was dakdekker van beroep. Dat beroep bracht merkwaardig genoeg geen vaste werktijden met zich mee. Het waren aardige lui en zoals het buren betaamt hielpen we elkaar met akkefietjes. Hierbij was het overigens lastig om de verzoekjes van Pé in beraad te nemen, en weigeren was onmogelijk. Eigenlijk vroeg Pé nooit om een dienst, hij droeg op. Niet op een vervelende manier, als een arrogante baas, nee, het kwam gewoon niet in zijn hoofd op dat mijn huisgenoot Nico zijn net aangeschafte tweedehands Fiat 850 niet aan hem wilde uitlenen. "Nico, geef mij effe de sleutels van je auto, ik moet vannacht naar IJmuiden. Vissen. Ah daar liggen ze". En weg was Pé. De meeste dienstverlening van onze kant lag in de administratieve sector. Pé kon niet lezen en schrijven, en ja, dat was toch wel eens nodig. Andersom hielp Pé ons wanneer we de sleutel vergeten waren. De loper voor het trappenhuis was geen probleem, die kocht je telkens opnieuw bij Kamps (Kamps heeft ´t), de ijzerwarenwinkel in de Molukkenstraat. Maar de eigen voordeur had een echt Lipsslot en als je die sleutel niet bij je had, kon je bij Pé terecht. Handige Pé. Wacht maar, zei-ie, en vóórdat jij terug was bij je eigen voordeur had hij hem van binnenuit al open gedaan.
In het voorjaar van 1979 misten wij hem een tijdje maar Anita zat er niet mee. Na enkele weken lag er een ansichtkaart op de deurmat. Voor Anita. Van Pé. Met als tekst xxx. Op de voorkant stond een foto van de strafgevangenis uit Rotterdam. Twee weken later was-ie terug. Fris en monter toog hij weer aan de arbeid maar het eind van dat jaar was Anita weg. Pé kwam onze raad vragen. Anita is weg, okay, maar nu wil Karin bij hem gaan wonen. Karin was een slag dikker maar ze wilde wel, ze zat al op zijn schoot gisteren! Ik doe het, besloot Pé zonder ons antwoord af te wachten. Pé en Karin gaven een tevreden indruk. Hij heeft ook geen ansichtkaarten meer gestuurd daarna. Wel verklapte hij een keertje bij het passeren op de trap dat het wennen bleef met Karin. "Ze voelt heel anders dan Anita".
Metz in de buurt
04 juli 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
3 opmerkingen:
Hoi Stephan,
Een leuke beschrijving. Dat lenen van de auto was nog ietsje ingewikkelder. Pé had namelijk geen rijbewijs. Hij drukte mij ook op het hart dat ik altijd moest zeggen dat hij de sleutels van mij gejat had, als de politie ooit navraag zou doen. Pé had overigens mijn sleutels helemaal niet nodig. Hij kon de auto ook zonder sleuteltje aan de praat krijgen. Hij gebruikte daarvoor een theelepeltje; dat ging nou eenmaal gemakkelijk met oude fiatjes.
Heb jij het nog meegemaakt dat de herder van Anita was aangereden door een auto? En dat we vervolgens 's avonds langs gingen bij een gewone fysiotherapeut in de Watergraafsmeer om dat beest weer op poten te krijgen? Overigens waren die bouviers op de trap volgens mij van de zus van Pé, ook een stevig type.
Op een gegeven moment ging Pé weg; jij zat toen al op de Boeroestraat geloof ik. De buurt was aan het veranderen. De nieuwe bewoonster bleek de verschrikkelijke sneeuwvrouw (onder die naam voerde ze een of andere feministische actie) en haar vriendin. Ook aardige mensen overigens.
Geert Mak heeft de geschiedenis van de stad ooit beschreven aan de hand van de bewoners van een pand. Dat zou je ook kunnen doen aan de hand van bewoners van het Sumatraplantsoen. De garagehouder die slachtoffer werd van de stadsvernieuwing, meneer en mevrouw Zoet, Goedzo en Zodan, de bakker. Maar ook de oudere man die op de begane grond woonde en als een volleerd acrobaat het dak opging. Later kwam daar een mislukte student die zijn huis en tuin vol had staan met wietpalntjes. En de Turkse familie van 1 hoog. Wat zal er geworden zijn van die niet onaantrekkelijke dochter van toen 14.
Voor als we nog eens tijd over hebben.
Nico
Nog even één aanvulling. Je beschrijft Pé als afkomstig uit de buurt. Maar dat klopt niet. Hij kwam namelijk niet uit de Indisch Buurt, maar was geboren in de Transvaalbuurt. En dat was in zijn beleving een heel ander deel van de stad. Volgens mij kon je dat ook aan zijn accent horen.
Deze identificatie met je eigen buurt zou dus ook een plaats moeten krijgen in onze beschrijving van de ontwikkeling van de stad.
Nico
Je hebt gelijk ja, het was de Transvaalbuurt. Heb ik aangepast. Wat betreft die bouviers hebben we allebei gelijk, totaal dus vier bouviers.
Een reactie posten