Het was kwart over zeven in de ochtend van Eerste Kerstdag, dat een aantal koperblazers uit een naburig dorp (zelf hebben wij geen muziekkorps meer) hun noten de winterlucht in stootten: Nu sijt wellecome, Jesu lieven heer. Ik ging er 's lekker voor liggen. Omdat er wat wind stond, zwollen de ijle koperklanken bij flarden aan tot bazuingeschal. Als kind, door mijn ouders voor de algemene ontwikkeling naar een zondagsschool gestuurd, vond ik de tekst magisch en droevig, zonder te weten waarom. Nu denk ik het te weten: het is een lied waarin zowel de geboorte als de dood wordt bezongen: Hier al in dit aertrijck sijt gij gesien noyt meer, Kyrieleis (Ontferm u heer) Ik dacht daar aan, op die vroege ochtend van Eerste Kerstdag, aan dingen die voorbij gaan.
freek
25 december 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten