De ochtend was fris en helder en de lucht was bleekroze als op de winterschilderijen met ijspret van Hendrik Avercamp ( 'de stomme van Kampen'). Er was een geluid in de lucht dat de hele ruimte vulde, alom was, net als vroeger bij westenwind het zachte gebrom van de A2 de ruimte bezette, niet hindelijk maar overal. De lucht werd bezaaid met honderden ganzen, die vanuit de noordelijke horizon kwamen aanvliegen. Vanaf de kleine pier in het meer zag ik ze vliegen in allerlei formaties; de klassieke v-vorm, maar ook zwermen ganzen die als trage spreeuwen door de lucht dansten, de kleine v van een vijftal, de duo's en de haastige éénlingen, allemaal gakkend op weg naar de fouragegebieden. Ik keek met mijn hoofd in mijn nek en toen ik weer een natuurlijke stand aannam, was ik duizelig en wankelde. Ruimte is overweldigend. Ik schudde met mijn hoofd, als een hond die moeizaam gehoorzaamt en vervolgde mijn weg.
freek
01 december 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten