Tot drie keer toe kwam ik een Slechtvalk tegen, tenminste, ik vermoed het. Met het onvolprezen: 'Wat vliegt daar?' in de hand kwam ik tot de volgende reductie op basis van eigen kennis, vliegbeeld en kenmerken: het was geen Torenvalk want die vliegt niet zo snel en is kleiner. Het was ook geen Boomvalk, want die is ook kleiner en heeft een donkerder kleed, dus moet het een Slechtvalk zijn. Alleen, 'Wat vliegt daar?' geeft tevens de connotatie sch., hetgeen zeldzaam betekent. En dat ik hem op één ochtend op drie verschillende plekken zag , is ook weer sterk. Voorlopig houd ik het toch op de Slechtvalk.
p.s. omdat ik dit stukje een dag op de plank had liggen, heb ik 's avonds vogelkenner Anne v.d. Z. gevraagd of ik het bij het juiste eind had. Hij dacht van wel; het waren volgens hem wintergasten uit Oost Europa. Hier in Nederland broeden in het voorjaar nog maar zo'n veertien paartjes volgens A. En de Torenvalk is nog niet terug uit zijn overwinteringsgebied.
freek
23 februari 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten