De Balistraat 89''. Tussen 1982 en 1985 heb ik hier heel wat dagen en nachten doorgebracht, ook al woonde ik er zelf niet. Mijn vriendin had haar kraakwoongroep in de Boeroestraat verlaten voordat de sloper aldaar aan het werk ging. Dankzij bemiddeling van de dienst Herhuisvesting kreeg zij de sleutel van een piepkleine tweekamerwoning, pal naast het café op de hoek met de Sumatrastraat. Op één hoog woonde het echtpaar dat het café uitbaatte. Het café had zijn beste jaren ver achter zich liggen. Alles was oud, vettig, duister en doorrookt, en dat gold ook voor het echtpaar achter de bar. 's Avonds dronken zij samen met de schaarse klanten, toegezongen door André Hazes, hun vele biertjes tot het tijd was om op huis aan te gaan. Afhankelijk van de dag van de week, lag dat tijdstip ergens tussen 2 en 4 uur 's nachts. Eerst stommelde hij zich een weg omhoog over de trap om met een doffe dreun in bed te vallen. Daarop laveerde zij piepend omhoog. Na ongeveer vijf minuten stilte klonk dan een peilloos diep gerochel (ik heb nooit geweten of het geluid uit het mannetje of het vrouwtje kwam), alsof een nijlpaard probeert een forse appel uit zijn luchtpijp op te hoesten. Dit oergeluid hield ongeveer drie kwartier aan, daarna begon de alcohol te werken en werd het systeem stilgelegd. Ik moet zeggen: 's ochtends hoorde je ze niet.
Op drie hoog woonde een jonge dame met hoge hakken die ze nooit uitdeed. Zij werkte 's nachts. Volgens haar vriend had ze een betrekking in een casino maar dat kon ik niet rijmen met die hakken. Zo tegen de tijd dat de benedenburen in hun coma weggleden, kwam zij thuis. Tik tik tik. Met in haar fraaie kielzog haar aftershavevriend die ook haar chauffeur was. En ja, wat doet een mens die na gedane arbeid thuis komt? Die bereidt een maaltijd. Uitjes hakken, paprika in stukjes, van alles werd er gehakt en geslagen op dat roestvrijstalen keukenblad in die verder geheel uit plavuizen en messing opgetrokken miniwoning, pal boven ons slaapkamertje.
Zo tegen de tijd dat ook dit echtpaar ophield met geluid te maken - het diepe duister werd al aangetast door de eerste zonnestralen - klonk er van het binnenterrein een ritmisch geplok. Alsof een volwassen man met een stalen voorwerp op een houten hakblok stond te rammen. Dat klopte. De slager uit de Sumatrastraat, hij had zijn winkel op de plek waar nu de kaaswinkel van Joop is, begon zijn werkdag met het platslaan van grote stukken vlees.
Allemaal gesloopt. Godzijdank.
Metz in de buurt
22 augustus 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten