28 augustus 2007

Uit de bundel: 'Gedichten 1974-1985 van Cees Buddingh, De Bezige Bij, Amsterdam 1986

Soms, 's avonds

Soms, 's avonds, staat mijn vader in de kamer.
Vreemd oud geworden, haast vel over been.
'Slapen ze, Stientje en de jongens?' 'Ja hoor',
(Ze mogen hem niet zien.) Hij zucht tevree.

'Maken ze 't goed? Geen zieken?' ' 'Nee, geen zieken
gelukkig. Alles prima.' Hij glimlacht,
klein op het puntje van de bank, zijn benen
nog korter dan toen hij een jongen was.

We praten niet, maar 'hou je taai, he' knikken
we als vroeger. ''k Ga weer eens. Dag knul.' Hij staat
nog even voor mijn moeders jeugdfoto

Het tuinhek piept. Ik luister naar zijn stappen,
die vederlichte, bulderende stappen
van iemand die terug moet in de dood

Geen opmerkingen: