Gisteren was ik in de Koude Maag. Dat zit zo: we waren aan het varen en gingen richting Terkaple. Onderweg zagen we, ik meen, twee kiekendieven. De één draaide rondjes op de thermiek, de andere schroefde zich als een gevechtsvliegtuig omhoog, stond even stil in de lucht en dook toen met ingetrokken vleugels op zijn compaan. Die maakte dat hij weg kwam. Dit spelletje herhaalde zich in mijn zicht een aantal malen. totdat ze uit dat zicht verdwenen. Ik heb 's gelezen dat vogels nooit spelen, omdat hun verbranding zo groot is door al dat vliegen, dat ze of voedsel zoeken, of rusten. Maar ik durf mijn hand er voor in het vuur te steken: deze twee speelden. Als ik het goed zag 'krijgertje'. Goed, via een omweg door de Modderige Bol, de Wijde Ee, het Pikmeer en de Kromme Knilles, kwamen we in de Meinesloot die toegang verschaft tot, jawel, de Koude Maag. Twintig jaar geleden liep ik door het weiland dat grenst aan de Koude Maag. Het was onbemest hooiland, blauwgrasland, liep 's winters onder water en het was die zomer dat ik er rondliep, doorspikkeld met tientallen verschillende kruiden en bloemen. Ik heb toen nog een inventarisatie gemaakt, die ik nu niet meer kan vinden, maar ik herinner me de Wilde Bertram, de Ratelaar, het Moederkruid. Nu was er niet veel meer te zien, behalve een bordje verboden van een natuurorganisatie en een monokultuur van Springbalsemien.
freek voor maagonderzoek
24 augustus 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten