30 augustus 2007
Den Uyl
Ik kan, bladerend in mijn complete verzameling Bob den Uyl, de gezochte pagina niet vinden, schiet daarbij trouwens niet op, want welk boek ik ook open laat vallen: ik word gedwongen tot doorlezen en beloond met dikke binnenpretten, dus moet het nu even uit het geheugen. De stelling luidt dat bij opeenvolgende vernieuwingen het optimum wordt bereikt maar net zo makkelijk weer verlaten. Den Uyl onderbouwt deze stelling door te wijzen op de permanente vernieuwing van de verpakking van melk. De beste verpakking, de fles met dop, wordt bereikt maar vervolgens verlaten omdat de volgende vernieuwing een kartonnen vouwdoos oplevert. Bij deze doos moeten flappen uiteen worden geduwd, wat al een verslechtering betekent voor de gebruiker, en dan moet de grootste ellende nog beginnen: het schenken. De melk gulpt over de rand van je glas.
Hij is al vijftien jaar dood, Bob den Uyl. Enkele jaren voor zijn overlijden heb ik bij hem een cursus 'verhalen schrijven' gevolgd op de Haagse Hogeschool. Hij gaf les zoals ik hoopte. Met een uitgestreken gezicht, verveeld. Hij zei vooral erg weinig. Zijn gedachten waren eerder bij de jeneverfles dan het melkpak, laat staan bij de actuele situatie van twaalf brave leerlingen in een Haags schoollokaal op dinsdagavond. Je leerde niks van hem maar dat gaf niet zolang hij maar les gaf.
Onlangs is een vernieuwing toegevoegd aan de keten van nieuwere melkverpakkingen. Ik moet zeggen: een terugwaartse verbetering, want de dop is terug. Het karton heeft een stevige draaidop gekregen. "Hierdoor is het pak zowel staand als liggend in de koelkast te bewaren" staat op de zijkant van het pak. En dat is waar. Benieuwd wat Bob den Uyl vanaf zijn barkruk daarboven vindt van deze vernieuwing. Ik verwacht geen bericht.
Metz leest boeken
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
3 opmerkingen:
Bij ons thuis zat de melk in een schaal. Die melk kwam eerst rechtstreeks bij de koe vandaan. Later werd de melk door de melkboer gebracht, waarbij hij met een maatbeker de melk overschepte uit een paar grote bussen op zijn melkkar.
Ik ben dan ook opgegroeid met melk die je kon afromen en met de zogenaamde "vluzen", zoals wij de vliezen in West Friesland noemden.
Op een gegeven moment zat de melk inderdaad in een fles. Maar ik kan me niet herinneren dat daar ooit een schroefdop op zat. De fles werd in mijn herinnering afgesloten door een kroonkurk en kon na opening dus niet worden neergelegd in de koelkast.
De opvoeding stond overigens erg in het teken van "opmaken" (behalve natuurlijk van spaarcenten). Dus zo heel vaak hadden we geen last van het ontbreken van een schroefdop.
Het probleem, besef ik nu, zit dus in het feit dat we tegenwoordig de dingen niet meer opmaken. We openen liever een nieuwe drank, dan eerst op te maken wat er al open is.
Nico
Op de fles zat zo'n zilverpapieren dop die na inzameling naar Suriname werd gestuurd, maar daarvoor in de plaats deed je er een witte, zacht rubberen (tomado?)dop op. Ik heb net al mijn keukenlaatjes geïnspecteerd op de aanwezigheid van die witte dop - moest daar liggen, wist ik zeker - maar vrees nu dat die al zeven jaar geleden weggegooid is.
stephan
De kroonkurk zat op gesteriliseerde melk, de zilveren dop op de flessen gepasteuriseerde melk, met dezlefde kleuren die er nu nog zijn (blauw melk, rood kanemelk, groen yoghurt.
Voor het schenkprobleem had mijn -gereformeerde-schoonfamilie een handige oplossing: 2 gaatjes in de caposule maken, een voor het schenken, een voor de luchttoevoer.
Als verse bezoeker werd je dat echter niet meegedeeld. Bij mijn eertse luch daar ten huize pakte ik de karnemelkfles MET capsule die bezonken was. Die zou ik wel eens even schudden!
De vlekken hebben nog geruime tijd op het plafond gezeten!
Maria
Een reactie posten