27 augustus 2006

Tentomvang

... hoedje ...


... Romneyloods ...

Het is tot daar aan toe dat tenten niet meer op tenten lijken, raadselachtig is pas dat tenten niet meer het formaat van een normale tent hebben. Ze worden alsmaar groter of juist steeds kleiner. Als ik het goed heb onthouden heten die kleine tenten Quioechoaua. Mensen die langer zijn dan 1.75 meter kunnen niet gestrekt slapen onder dat hoedje, tenzij zij op de plek waar ze hun Qiahcuueoa willen neerzetten eerst een grafkuil van twintig centimeter diep graven om het luchtbed in te leggen. Ik heb wel eens ergens gelezen dat de Westerse mens de neiging vertoont niet korter maar juist langer te worden. Deze informatie heeft de firma Quokchouea nog niet bereikt. Maar waarom kopen intussen al die lange mensen miniatuurtentjes? Het gewone formaat, waar je met zijn tweeën, eventueel drieën, onder het puntdak kon slapen en er genoeg ruimte restte voor schoenen en tas, voldeed toch prima? En wanneer je toe was aan een gezinstent, kocht je hetzelfde model maar dan een slagje groter. Die tijd is voorbij. Wanneer een tent tegenwoordig niet te klein is, is hij te groot. Onmatig groot, met bijzalen, centrale hallen en meerdere ingangen. Wederom de vraag: waarom? Ik zie doorgaans maar drie, hooguit vier mensen in zo'n Boltini verdwijnen. Nog los van het feit dat deze reuzententen vaak vergezeld worden door twee Queoickchoea's voor de kinderen! De overtreffende tenttrap staat hierboven afgebeeld. Vier (4!) meter breed en zeven (7!) meter lang. In deze polyether Romneyloods verbleven vier mensen. Ik weet niet of ze elkaar binnen nog zijn tegengekomen.

Metz op de camping

Geen opmerkingen: