31 juli 2012

Gemiddeld

Ooit werd 200 Nederlandse hoogleraren de vraag voorgelegd of zij zichzelf betere docenten vonden dan de gemiddelde Nederlandse hoogleraar, zichzelf precies gemiddeld achten of meenden onder het gemiddelde niveau van alle Nederlandse hoogleraren te scoren. U raadt het al: 90% was ervan overtuigd bovengemiddeld te presteren. Dat kan niet, concludeerden de onderzoekers maar dat snapten de hoogleraren niet.
Vermoedelijk was Paul Jungbluth uit Maastricht een van die hoogleraren. Vanmorgen las ik in de krant dat Jungbluth “de alarmklok luidt over de zwakke schoolprestaties in Zuid-Limburg. Die liggen beneden het landelijk gemiddelde”. Het kan natuurlijk zijn dat de journalist de professor verkeerd citeert. Ik vermoed echter dat deze professor, net als 90% van zijn collega’s, bovengemiddeld veel verstand heeft van zijn vakgebied en ondergemiddeld van eenvoudige wiskunde.
Dezelfde kronkel zit al jaren in hoofden van wethouders onderwijs in grote steden. Stuk voor stuk verklaren zij dat ze pas tevreden zijn wanneer de score op de Citotoetsen in hun stad boven het landelijk gemiddelde uitstijgt. Ze vergeten twee dingen. Ten eerste dat het landelijk gemiddelde zal stijgen wanneer de score in hun stad stijgt. Ten tweede dat per definitie de helft van de kinderen/scholen/gemeenten/provincies ónder het gemiddelde scoort. Zoals het rechterrijtje van de stand in de eredivisie altijd de helft van de voetbalclubs bevat. Hoe goed ze allemaal ook scoren.

Metz leest de krant

Ballon

In het naburige dorp werd een ballonnenfeest gehouden. Wij van het platteland worden immers niet moe om onze toeristische gasten te verrassen met braderies, lokale kampioenschappen paalklimmen, wedstrijd stropdaszitten (echt waar), nagespeelde boerenbruiloften en natuurlijk ons pronkstukje: het skûtsjesilen. 'Kutjezeilen', zeiden mijn vroegere Amsterdamse collega's, om mij te jennen
Dat laatste festijn nu, vindt bij ons volgende week plaats, maar nu dus ballonnen uit het naburige dorp. Tegenwoordig zijn heteluchtballonnen geen peervormige zakken meer met een mandje er onder. Nee, er verschijnen de meest wonderlijke ballonvormen aan de hemel.
Vliegende thermosflessen, een ui, een sinaasappel een kikker, you name it. Wij voeren met de Dikkop 2 onder dit kleurrijke geweld door. De ballonnen voeren laag over het water van de Wielen. Waar wij voeren was de zon al onder, maar de ballonvaarders zaten nog genoeglijk in het avondzonnetje Sommige zwaaiden naar ons. Wij zwaaiden opgewekt terug.
freek

27 juli 2012

Weer

We dachten voorlopig van Mart Smeets verlost te zijn; de Tour est fini, dus dachten we, Mart taait af naar huis en valt daar zijn vrouw lastig met zouteloze praatjes. Maar nee, vrouw Smeets is als een dolle aan het wassen en strijken gegaan, heeft twintig jasjes naar de stomerij gebracht, veertig 'lefdoekjes' gevouwen en kijk daar is hij, nu in Londen. Weer twee weken sportzomerellende met de immer invoelende, altijd semi-filosofische en bovenal kruiperige Smeets.
Met daar bovenop die vanzelfsprekende bravour van het beste jongetje van de klas.

'Zeg Toine, heb jij wel eens een gouden medaille gewonnen? Natuurlijk niet, schudt Van Peperstraten, verbaasd, geamuseerd.
Nou, Mart heeft vanavond wel drie gouden medaillewinnaars aan zijn tafel, 'DRIE, Toine, DRIE!
Dat belooft weer wat te worden.
Ammehoela!

freek

26 juli 2012

Nieuws

Geen komkommertijd op het platteland. Ons onvolprezen dagblad, sinds 1752, barst van 'breaking news'. Een greep uit de koppen:
'Geintje mondt uit in heuse boerebruiloft'.
'Buurman steelt stoepranden'.
'Peuter vast in doucheputje'.
'Grouster van de fiets geslagen'.
Het platteland leeft, bruist, trouwt, steelt, zit vast en ramt er op los.

25 juli 2012

Stapelen 98


In de twee jaar geluidstilte van deze blog is heel wat gebeurd: de grote stortplaats van stenen, stoeptegels en trottoirbanden wordt langzamerhand gemodelleerd in een plek met vele treden, plateaus, torens en muren. We hebben het plan opgevat om hier een openluchtvoorstelling van een stuk van Shakespeare in het Fries te laten uitvoeren. Johan heeft kunde in hogere toneelkringen.
Vandaag hebben we ons het 'it swiet tussen de tieieten' gestapeld, zoals Berend dat sinds jaar en dag plastisch formuleert, want de temperatuur steeg snel boven de vijfentwintig graden.
Sinds de dood van Louis le Roy rust de ontwikkeling van de ecokathedraal op onze schouders.
Dat is nog even wennen.
freek

24 juli 2012

parallel

Mooi weer, dus Dikkop 2 in de vaart en genieten maar!
Op weg naar de boot, komen ons twee gillende ambulances en een politieauto achterop.
Daarna ronkt de traumahelicopter boven ons hoofd.
Er is iets aan de knikker.
Als we de haven uitvaren, zien we de heli staan aan de oever van het meer.
We gissen, en varen verder.
Rozig terug, komen we aan de weet dat een twaalfjarig jongetje op de camping een hersenbloeding had gekregen.
Vandaar!
Het was een mooie dag, voor ons.

23 juli 2012

Wachten

In een verpleeghuis in Appelscha werden demente oudjes onrustig na het kopje thee om vier uur. Het was dan immers tijd om naar huis te gaan, want de kinderen komen thuis van school en de echtgenoot van zijn werk.
Daarom staat nu in de hal van het verpleeghuis een nagebouwde treincoupé, met videoschermen als treinraampjes waarop een landschap te zien is dat langzaam voorbij glijdt.
En in een gang is een bushalte nagebouwd. Op de muur naast de bushalte een levensgrote foto van het centrum van Appelscha.
En de oudjes reizen naar huis per trein of wachten op de bus 'back home'.
Sommige filosfen beweren dat het hele leven een illusie is en de toneelschrijver Samuel Beckett leert ons zal we in ons leven tevergeefs 'Wachten op Godot'.
Als je dement bent neem je daar genoegen mee!
freek

21 juli 2012

Weer

Ja, vroeger zagen Metz en ik elkaar regelmatig. Dat was in de grote stad, waar we werkten en hij ook nog woonde. Hij was een beetje mijn politieke baas, maar in progressieve kringen telt dat nauwelijks. Metz begon een blog en ik haakte in. De afspraak was een beetje dat hij de grote stad voor zijn rekening nam en ik het platteland, maar even later deden we maar wat. Metz stopte geruisloos en ik hield er ook mee op. Na twee jaar slapen ( zie John le Carré) werd ik weer actief en zie, daar is Metz ook weer.
Sommige dingen zijn vanzelfsprekend.
freek

20 juli 2012

Graffiti


Ik was nooit een liefhebber van graffiti, vond het zelfs lelijk, maar verkies toch de wilde spuiters van toen boven de geplastificeerde cursisten die ik onlangs aantrof onder de Amsterdamse Brug.  

Metz fietst rond

Tour

Ach ja, die jongens van de Tour; die moeten wat aflullen, die drie, vier uur op de t.v.
De oud-schaatser/wielrenner Herbert, de man van de weetjes en de chas-patat en genuanceerde uitspraken zoals, 'er zal wel over geld worden gesproken' of ' het is een Fransman en dan mag het' ;de oud wielrenner en psycholoog Maarten voor de studentikoze baldadigheid en intellectuele grapjes en de oud wielrenner en werkzoekende Michael voor de inside informatie. Deze troika praat moeiteloos de uren vol over wielrennen en renners en Herbert heeft ook nog een boek voor zich, waarin alle namen van de kastelen staan, die we passeren.
Over één ding praten ze altijd versluierend ( Herbert) of ingewikkeld suggestief ( Maarten) of ze zeggen er niks over (Michael) Die laatste zat ook in de RABO-ploeg die slikte en spoot, dus hem past inderdaad enige bescheidenheid. Toch is Michael het best te pruimen, omdat hij het meeste verstand van wielrennen heeft en uit de koers kan vertellen.
Maar toch, die Belgen praten zo veel aardiger over wielrennen.

19 juli 2012

Radiolach


Gezellig zal het zijn. En lachen. De presentatoren van Sportzomer op Radio 1 doen het de hele dag voor. Dione de Graaff spant de giechelkroon. Nog voordat Dione het woord neemt moet ze al lachen. Tussen de woorden door gaat het hikken verder. En na afloop moet ze geiten met Jurgen, Thijs of wie dan ook. Ook Willemijn Veenhoven is een lachebekje. En Tom van ’t Hek natuurlijk, die kun je er wel bij hebben op een feestje. Bert van Slooten is iets minder leuk, net als Tim Overdiek. Die spreken als meneren.
Zouden vrouwen gezelliger zijn dan mannen?  Als het sportseizoen voorbij is komt Ghislaine Plag weer vaker op de radio. Die moet altijd bijna lachen. Zoals u en ik soms vechten tegen een gaap, is zij de hele dag bezig een proestbui binnen te houden.
Nu heb ik niks tegen lachen. Integendeel. Maar van de radiolach word ik nooit vrolijk.

Metz meldt zich ook weer en luistert radio

Doos

De strijkplank staat op de overloop en op die strijkplank staat sinds een paar dagen een doos. Jumbo Pack staat er op gedrukt en daar onder een 4, welk nummer staat voor 7 tot 14 kg. Verder bevat deze fleurige verpakking nog een aantal icoontjes, waarvan de bedoeling mij een raadsel is.
De kenners weten het al: we hebben hier te maken met een doos Pampers, grootformaat. Dat betekent: kleinkinderen over de vloer. Ik, maar met name vrouw, we doen ons best om het leven van het jonge grut zo aangenaam mogelijk te maken. Dus we maken ommetjes, schommelen op schommels, zoeken kabouters in het bos, kliederen met water en zand en verschonen veel. Loodzware pisluiers en meurende poepbroekjes worden verwijderd en vanwege de zindelijkheidstraining wordt overal gepiest als het moet, op de w.c., maar ook op het grasveldje acher het huis en in het bos achter een boom.
Vandaag gaan die lieve meisjes weer naar hun ouders. Het wordt weer stiller in huis, maar de bruine vuilnisbak is voller dan ooit.

18 juli 2012

Dichter

Ik ben op een leeftijd, dat de helden van mijn leven sneven. Zo gingen de afgelopen twee weken Komrij en Kopland, een allitererend duo dichters, verschillend van toon en smaak, maar gotverdé, wat mooi soms. Eigenlijk hield ik het meest van Kopland; die melancholieke toon, die verliefdheid op het landschap van de Drentsche Aa.
Kort na dood van mijn vader las ik toevallig zijn gedicht:
Mijn vader J was nog maar net
gestorven toen mijn moeder A
zijn nieuwe regenjas voorzichtig
van de kapstok nam, Pas eens,
zei ze, hij was er zo trots op.
Daar stond ik dan en voelde
aan de mouwen en bij het sluiten
van de knopen hoe dood hij was
en hoe ver weg mijn jeugd. Oud
en zwak zou ik worden, in deze
plooien zou mijn huid gaan hangen
om mijn knoken.
Mijn vader was in zijn hele leven nog nooit zo dichtbij geweest dan toen ik dit las.

17 juli 2012

schilderij


Het was, denk ik, 1956, om en nabij de Hongaarse Opstand.
Mijnheer Le Roy, vroeg mij om voor hem te poseren. Hij was mijn tekenleraar op de hbs in Heerenveen. Ik ben, samen met een klasgenoot, twee keer in zijn atelier geweest. Het ging achteraf bezien, niet om mij, maar om de verschillende kleuren groen in onze truien, maar dat wist ik toen niet. Ik dacht echt dat het om mij ging, toentertijd en was een weinig trots.
In 2008 zag ik het resultaat van de schilder. Het halffabrikaat lag opgeslagen in de werkplaats van de ecokathedraal. Mijnheer le Roy, nu Louis, had het daar opgeslagen. Ik was onthutst om mijn vroegere beeltenis weer onverwacht tegen te komen. Verborgen herinneringen werden levend
Nu is het 2012. Louis is nu dood. Eens zei hij tegen een Duitse bezoekster van de Ecokathedraal, terwijl hij naar mij wees: 'Das ist ein Schüler von mir!'
Daar was ik toen trots op en ben het nog.

16 juli 2012

Mart

In de Tour de France is Mart Smeets de Mart Smeets die hij graag wil zijn: zijn stem zet hij in het sonore register en getuigt aldus van veel vergaarde wijsheid; de frasering en de melodie van zijn zinnen, verraden bezonnenheid; de olijke opmerkingen tegenover een eenvoudige renner laten zien dat Smeets ' one of the boys' is en zijn weetjes van het verleden, suggereren een encyclopedische kennis.
Gisteravond waren de Moscowitstjes op bezoek. Bram had net zijn kruiwagen met verse dollars leeggeteld, die als beloning voor het proces Wilders uit Amerika voor hem Nederland was binnengereden en had nu een gratis vliegretourtje van de NOS gekregen om Mart te bedienen.
Eva zat naast hem trouw te wezen en hield een giechelend interview met Johnny Hogeland. Mart sprak ze consequent aan met 'mijnheer Moscowitz' en 'Eva', want verschil moet er zijn in Mart zijn universum.
En toen kwam onverwacht die vraag over de existentie van het bestaan. Dat doet Mart wel vaker om het gesprek diepgang te geven:
' Geloven jullie in iets?'
Welnu: Eva geloofde in niets en Bram in iets.
Mart was zo in zijn nopjes met dit gesprek op niveau, dat hij aan het einde van de uitzending sprak: 'Jullie zijn een mooi stel'.
Hier was Mart Smeets, Mart Smeets niet meer, maar God de vader himself.
Ik denk dat Bram en Eva na de uitzending zijn ring hebben gekust.

15 juli 2012

De koning is dood


Siebe meldt: 'Vandaag om 12.00 uur is hij thuis gestorven.'
Ik schrijf: Zijn laatste jaren waren weerbarstig. Vanaf 1970 heb ik hem gevolgd en nageaapt in mijn kleine voortuin in Loenen aan de Vecht. Later zag ik hem weer in het echt na die jaren op de hbs in Heerenveen. Ik bewonderde hem en had soms gruwelijk de pest aan zijn humeur.
Louis Le Roy, ziener en bouwer.
Jammer dat hij weg is.