24 september 2008

Een, twee, drie: het is de schuld van de pers

Nederland heeft een groot probleem met de provocaties van Geert Wilders. Vandaag stookt hij de pyromanen op; morgen doet hij voldaan ("zie je wel...") verslag van de brand.
Maar wat is er eigenlijk mis met het feit dat Geert Wilders, als vertegenwoordiger van 6% van de Nederlanders, in de Tweede Kamer roept wat die 6% horen wil?
Niets. Dat is een bestanddeel van de democratie.
Ooit was ik voorzitter van een deelraad waarin twee leden van de Centrumpartij 86 (CP86) de onzin uitkraamden die rond de 9% van de buurtbewoners horen wilde. Snoer ze de mond, riepen demonstranten bij hun beëdiging. Belet ze het spreken, vroegen andere leden van de deelraad bij interruptie. Maar door hun aanwezigheid, en latere vertrek, gaven deze twee CP-leden juist precies aan hoe democratie hoort te werken. Met open microfoons.
Met Wilders zelf, zijn betoog, zijn toonhoogte en zijn kapsel is dus niks mis. Ja, je kan het er niet mee eens zijn, je kan het bespottelijk of schandalig vinden maar dankzij de democratie mag het.
Dat is één.

Toch gaat er iets mis. Wilders woorden zaaien immers haat en tweespalt. Dat komt door de pers. Ja, dat is de schuld van de media. Radio en televisie geven namelijk buitenproportioneel veel zendtijd aan Wilders zodat zijn rabiate boodschap de hele dag door, van 's morgens zeven uur tot kwart voor één 's nachts, zo merkte ik donderdagavond laat op weg naar huis, uit de luidsprekers schalt. Zowel op de derde dinsdag van september als de dagen er na (tijdens de Algemene Beschouwingen) heb ik ruim naar Radio 1 kunnen luisteren. Dit gaf mij de gelegenheid onderzoek te verrichten naar de relatie tussen het aandeel kiezers en het aandeel zendtijd per lijsttrekker. De uitslag: met 6% van de kiezers achter zich krijgt Geert Wilders 60% van de zendtijd. De lijsttrekkers van GroenLinks, SP en PvdA kregen samen 30%, die van VVD en CDA samen 8%, de rest ging naar divers gekeutel. Geen wonder dus dat je als oplettende burger de zenuwen krijgt van Wilders.
Dat is twee.

...derde week van september, radio 1...

Nu, ten derde dus, volgt de hamvraag. Waarom besteden de media zoveel aandacht aan Wilders?
Antwoord: omdat ze bang zijn. Niet voor Wilders of Marokkanen maar voor het verwijt van hun net zo bange baas dat ze onvoldoende aandacht geven aan de mening van de man op de straat. Dit leidt tot hypercorrectie: elke scheldkanonnade van Wilders (de man die na Fortuin -dood- en Verdonk -op- tot procureur van de Hollandse Onderbuik is benoemd) wordt eindeloos herhaald zodat de baas niet kan zeggen dat je hem, en met hem dus de stem des volks, negeert. Zo voorkomt de journalist ook dat hij bij de Pauwen en Wittelui op het televisiematje wordt geroepen om publiekelijk het eigen handelen te laken.
Schijtbakken zijn het.
Ze doen het in hun broek voor een nuance.
Ze krijgen het zweet op de rug van een relativering.
Rode vlekken in de nek bij een wedervraag.

Metz luistert radio

Geen opmerkingen: