31 januari 2009

Leve de natuur 53

De velden liggen er roerloos en stil bij in deze pittige kou. Alleen hoog in de blauwgrijze lucht zie ik een vlucht ganzen naar het zuidwesten trekken. Dan schiet links van mij uit de berm een haas, springt over de weg, zweeft over de bermsloot rechts van mij en rent het stoppelig geoogste maisveld in, alsof de duivel hem op de hielen zit. Verderop is de vaart zwart bevroren, met bloemen op het ijs. Dit ijs zingt tussen de oevers; dat doet ijs altijd als het onder spanning staat. Even later knalt er krakend een scheur in.
Mijn ijsvogeltje zit bij de wateroverloop, waar het water nog stroomt, te loeren op z'n lunch, maar vliegt zoals gewoonlijk weg van mij, voor mij uit.
Ik hoor een miauwend geluid van een buizerd. Hoog in de lucht zie ik vier van hen over, onder en naast elkaar zweven op de thermiek. Bij een bepaalde zweefhoek worden hun vleugels roestbruin aangeschenen door de zon.
Ik passeer het bordje waar op staat dat op deze plek Marco is verongelukt, een jongen nog.
Even verder ligt een dode reiger half naast, maar vastgevroren in de sloot.
Er hangt een ouwemannendruppel aan mijn neus.
Het is koud.
Voor iedereen.


freek

Geen opmerkingen: