13 maart 2008

familieverhalen 7

De Drentse tak van mijn familie ,via mijn vader, kende ook een Groninger component. Mijn opoe was schippersdochter van een Groninger zeetjalkschipper, die de kustwateren van Nederland en Embden, Bremen en Hamburg bevoer. Kon mijn Friese tak voor geen meter zingen, Frisia non cantat, mijn opoe lusttte wel pap van een tranentrekkend lied. Ze zong in de keuken en ik zat op een krukje bij haar en luisterde ademloos. Evergreens als, 'Het karretje over de zandweg reed", 'Wie rusten wil in 't groene woud' , gingen er bij mij in als pap. Vooral het karretje met die bijna mystieke voerman, die mijn opoe in het eerste couplet nog 'ik wens je thuis mijn vrind, mijn vrind...', toezong, terwijl er in het laatste couplet sprake was van 'hij komt niet meer thuis die vrind, die vrind...' Mijn opoe verlaagde bij dit laatste couplet het tempo en hield de noten extra lang aan. Het kippenvel stond dan op mijn kinderarmen.
freek

Geen opmerkingen: