24 maart 2014

Ommezijde

Als je in het Amsterdamse Stadsarchief originele brieven van ambtenaren en wethouders uit de oorlogsjaren in handen krijgt, is alles bijzonder. De inhoud van de brieven uiteraard; daarvoor zit ik daar eigenlijk. Maar ook de staartdelingen in de kantlijn trekken de aandacht; opvallend is het vaste handschrift waarin een vraagje terzijde in potlood staat genoteerd, de prachtige blokstempels met ambtelijke routings, het ontbreken van fouten in spelling en grammatica, kom daar nu eens om. Ook het steeds kleinere formaat van de brieven is markant, maar het meest bijzonder is misschien wel de achterkant van sommige brieven.
Dit kleine verhaaltje heeft alles met schaarste te maken. Gedurende de oorlog raakte het papier op. Tegelijk konden ambtenaren en wethouders de drang om voorstellen, meningen en afspraken op schrift vast te leggen, niet weerstaan. Stapels oude formulieren werden uit de opslagkelder gehaald, omgekeerd, gehalveerd en aangewend als briefpapier. Ik kwam een conceptbrief tegen die een wethouder schreef in november 1944. Het bleek de ommezijde van een presentielijst uit 1938. Voorgedrukt stonden de namen van gemeenteraadsleden bij een bepaalde commissie. Zo waren de Joodse leden toch nog een beetje present.    

Metz in het archief

Geen opmerkingen: