10 februari 2009

familieverhalen 15

Mijn tante G. was van 1907 en stierf op eenennegentigjarige leeftijd. Ze bleef ongetrouwd, had alleen een kuiervriendin en werkte vanaf haar veertiende in een manufacturenwinkel voor boerentextiel; tot haar zeventigste, want tante G. had nooit geen pensioen opgebouwd. Ze liet zich, nadat ze van Drees ging trekken, uitbetalen in textiele waren. Na haar dood vonden we kasten vol met moltondekens, een dressoir volgepropt met handdoeken en een bedstee, waarin degelijk ondergoed manshoog lag opgestapeld.
Op hoogtijdagen kwam ze bij ons eten en als we haar snelle kittige stap in de steeg naast ons huis hoorden, riep de hele familie in koor: 'tante G.... '.
Tante G. is altijd 'thuis' blijven wonen. Eerst bij mijn pake en beppe en later bij mijn beppe, die ze verzorgde tot mijn beppe's kankerdood. Mijn moeder vond dat tante G. haar moeder stuurs en ongeïnteresseerd verzorgde, maar ze deed het wel.
Tante G. kon niet koken. De enkele keer dat ik bij haar logeerde at ik mondjesmaat en kokhalzend. Ze maakte thee uit regenbakwater en kookte vlees in dat zelfde regenbakwater, hetgeen een grijze vezelsubstantie opleverde; verder waren de aardappelen glashard en de groente altijd kledderig doorgekookt.
Ik kwam bijna elke zondag bij haar omdat zij, als er weer een 'Kapitein Rob' of 'Erik de Noorman' stripboekje werd uitgebracht, ze dat onmiddellijk kocht en mij op de hoogte stelde. Ik las en herlas.
Tante G. was de enige volwassene die ik kende, die van leren hield. Tot op hoge leeftijd haalde ze diploma's, die haar weer wat wijzer maakten over een deel van de textielbranche. Op een keer vond ik een leerboekje over corsetterie en bustehouders. Met rode oortjes las ik stiekem dit werkje. Ik zal tien geweest zijn.
Eén zin staat nog, na decennia, in mijn geheugen gegrift: 'Indien de cliënte de bustehouder wil passen, laat men haar licht voorover buigen, zodat de borsten soepel in de cups glijden'.

freek

Geen opmerkingen: