21 april 2013

30 april 1980 (1)

Eind jaren zeventig van de vorige eeuw was Theo van der G. een begrip in Amsterdam. Ik sympathiseerde toen met de krakers, schreef erover in De Groene Amsterdammer, hielp vrienden die kraakten in de Indische Buurt, was op de kroningsdag overal en nergens en vond Theo van der G. een lul. Dat laatste was een beetje raar want ik kende hem niet. Wel observeerde ik in die tijd het machtsspel in de kraakbeweging waarin hij besliste, waarin volgelingen uitvoerden en andere mensen slachtoffer waren. Dat spel stond me niet aan. In de jaren die volgden parkeerde ik die dertigste april, blikte hooguit af en toe nog terug met generatiegenoten over vragen als "Mag je een steen gooien naar een politieagent?" en "Heb jij in die tijd stenen gegooid naar politieagenten?" Nee, zeiden mijn vrienden dan, dat niet. De politie was wel hartstikke fout, de hele overheid deugde niet maar iemand een hersenfractuur bezorgen gaat te ver. Dan was ik blij met mijn vrienden want er gebeurde wel wat anders dat jaar. Ik zag mensen stenen gooien naar mensen en hoorde mensen uitleggen dat stenen gooien naar mensen niet slecht is. Nu wil ik niet de heilige Stephanus uithangen maar mijn regel zou zijn: je gooit geen stenen naar andere mensen want daar kunnen ze dood van gaan. Het is nu 33 jaar later. In Andere Tijden hoor ik Theo van der Giessen uitleggen dat het niet erg is als er doden vallen door stenen en kogels "in de confrontatie".
Lul is te zacht uitgedrukt. Die man is een gevaarlijke gek.

Metz blikt terug

Geen opmerkingen: