06 januari 2008

leve de natuur 33

Als ik tussen, pak'm beet, Teroele en Dijken, onder de hemel loop, zie en hoor ik in deze tijd wel's de Zwarte Ruiter. Dat is geen botersmokkelaar uit de jaren vijftig , maar een steltloper die broedt in noord Scandinaviƫ en Rusland en waarvan enkele exemplaren op hun herfsttrek naar het Middellandse-Zee gebied, hier blijven plakken. Het is een doodgewone steltloper met rode poten, maar het geluid is verrassend. Hier hoor je 's winters alleen krijsen (meeuwen), krassen (kraaien) en schetteren van eksters; de rest van de overblijvers doet er meestal het zwijgen toe, druk als ze zijn om het schaarse voedsel te pakken te krijgen. Maar de Zwarte Ruiter fluit als een bouwvakker: 'tsjoe-iet'. Dat doet hij vliegend, hoog in de lucht. Het geluid doet voorzichtig aan het voorjaar denken, zo verwachtingsvol klinkt het, zo helder.
freek

Geen opmerkingen: