19 december 2012

Pensioenbrief



Vorige week kreeg ik een brief van het stadsdeel waar ik eind vorige eeuw, in de jaren dat Freek nog jong genoeg was om Sinterklaas te spelen, een tijdje wethouder was. Straks, als ik bijna net zo oud ben als Sinterklaas, krijg ik bovenop mijn AOW een pensioenuitkering van dat stadsdeel. Het bedrag dat ik dan zal ontvangen wordt elk jaar minder. Dat schijnt normaal te zijn. Bij de laatste brief kreeg ik een toelichting van het afdelingshoofd personeelszaken van het stadsdeel. Zij legt mij uit hoe dat zit.
In de eerste zin raak ik al de weg kwijt. Is de brief nu door haar opgesteld of haalt ze enkelvoud en meervoud door de war en verwijst ze naar de overzichten van pensioenberekenaar Mercer? In de tweede alinea raak ik verder van de route af. Voor de berekening van de pensioenspaarpot is uitgegaan, zo zegt het hoofd, van de rekenregels die daarvoor gelden. Ja, dat mag ik hopen zeg! Dat ze niet plotseling de winstmodellen van een Griekse dagmarkt los heeft gelaten op mijn pensioen. In de volgende zin staat alleen een onderwerp; een gezegde en een lijdend voorwerp konden er niet van af. Daar moeten we aan wennen. Vervolgens zegt ze dat de pensioenspaarpot is gestegen. Prima. En tot slot van deze alinea legt ze uit dat een effect door de wijziging invloed heeft. Soit. Maar waarom daalt nu mijn pensioen terwijl de pensioenspaarpot in omvang stijgt?
De volgende alinea is op de cijfertjes na een exacte herhaling van de vorige; zo geef je een moeilijke brief een zekere lengte. Maar nog altijd stijgt de pot en daalt de uitkering.
Een pluim voor het afdelingshoofd: een geldprobleem is met taal weggemasseerd.

Metz leest de post
  

Geen opmerkingen: