06 december 2012

Time Out


Down Town was mijn eerste singletje, een opvlieging. Serieus werd het leven met mijn eerste langspeelplaat. In 1968 kocht ik Time Out van Dave Brubeck. Op pianoles had ik tussen de etudes en toonladders door, een flard jazz opgepikt. In het kader van groter worden wilde ik eigenaar zijn van een echte jazz-elpee. Met Dave Bruback zat ik veilig, zo dacht ik in de platenwinkel, want mijn pianoleraar vond Take Five een indrukwekkende etude. Ook ik vond het prachtig. Een vijfkwartsmaat! Tie-piediebiediep, diebiediep, diebiediep, etc. Met het klimmen der jaren begreep ik echter dat ik de verkeerde jazz mooi vond. Het was te glad, die Desmond met zijn zwoele sax, die Bruback met zijn loopjes. Echte jazz, zo moest ik leren, was zwart en ruw. Time Out verdween naar de kelder, Thelonius Monk kwam. Ik begreep niks van Monk, heb er nog wel nijver op gestudeerd en legde mezelf tot vervelens toe uit dat Blue Monk veel echtere jazz was dan Take Five.


Nu luister ik weer naar Time Out. Monk ligt in de kelder.
Het zijn zware maanden: eerst Andy, nu Dave.

Metz luistert muziek

Geen opmerkingen: